27 december 2012
Lieve allemaal,
Afgelopen maandag hebben we een gesprek gehad met de oncologe in het Z-Ziekenhuis. Ik kwam er volkomen lamgeslagen van thuis, alsof ik met lood verzwaard in een moeras was gekieperd en moest proberen mijzelf er aan mijn haren weer uit te trekken. Hopeloos, uitzichtloos en in paniek. David was ook bang, somber en moedeloos.
Maar ik kon niet bij de pakken gaan neerzitten — ook al had ik geen flauw idee hoe, ik moest voor Thomas en Jonathan min of meer de schijn ophouden dat alles in orde was en ik moest mijzelf weer zo ver bij mijn positieven krijgen dat ik hen aan het eind van de middag naar de kerk kon brengen waar ze een generale repetitie hadden en daarna het kerstconcert speelden. Ik was erg dankbaar dat ik zelf niet hoefde te dirigeren, ik was te ver van de wereld om er nog enig idee van te hebben hoe een driekwartsmaat in elkaar zat, laat staan dat ik nog wist op welk moment ik die zou moeten inzetten. Het was al ingewikkeld genoeg dat ik ouders van mijn fluitleerlingen tegen het lijf liep die nog van niets weten. Het hielp om even bij een vriendin langs te gaan bij wie ik het verhaal van het deprimerende gesprek een beetje op een rijtje kon zetten waardoor ik in ieder geval zover kwam dat ik kon huilen in plaats van verdoofd en verlamd te verdrinken in paniek. Het hielp ook dat ik het daarna toch voor elkaar kreeg om te genieten van al die kinderen die muziek maakten in de kerk, en dat ik zelf kon zingen. David en ik hebben vervolgens tot half twee ’s nachts zitten praten om een uitweg te zoeken uit mijn niet meer te hanteren angst en somberheid.
Het was een totaal ander gevoel dan we hadden toen we uit Amsterdam kwamen. Toch waren de feiten die besproken waren dezelfde als die in Amsterdam aan de orde zijn geweest:
1. ik ga dood;
2. we gaan proberen het nog zo lang mogelijk te maken met een zo goed mogelijke kwaliteit van leven, waarbij het belangrijk is dat ik zo veel mogelijk bij mijn kinderen ben;
3. waarschijnlijk is HIPEC of een andere lokale behandeling niet mogelijk, vanwege de plek waar de tumoren nu zitten en vanwege mogelijke tumoren elders;
4. we gaan pas met experimentele behandelingen bezig als chemo niet meer werkt.
Aangezien beide artsen het hierover eens waren, hoe kan het dan dat deze twee gesprekken zo anders uitpakten voor David en voor mij? Waarom kwamen we hoopvol uit Amsterdam, en bang en somber uit het Z-Ziekenhuis? Een reden is wellicht dat de oncologe in het Z-Ziekenhuis de scanbeelden wel had gezien, en de arts in het AvL niet, en de arts in het Z-Ziekenhuis daarom een veel somberder verhaal hield. Een andere reden is misschien dat de arts in het AvL de neiging had het glas als halfvol te beschrijven en alles te noemen wat nog mee kon zitten, zoals chemo die voor remissie kan zorgen en HIPEC die misschien toch nog mogelijk is, terwijl de oncologe in het Z-Ziekenhuis het alleen had over het lege deel van het glas, benadrukte hoe ellendig het er voor staat en wat er allemaal nog tegen kan zitten. Daarbij was ze allervriendelijkst en begripvol, en toonde ze veel betrokkenheid en medeleven, maar op zo’n moedeloos makende manier dat ik het gevoel had dat ik alleen al aan de somberheid en angst die dat gesprek opleverde kon doodgaan.
Verder was er eigenlijk weinig aan te merken op hoe de oncologe het gesprek voerde. Ze luisterde goed en erkende ruiterlijk dat het niet handig was geweest om mij slecht nieuws per mail te vertellen, en ze beloofde dat niet weer te zullen doen. Ook maakte haar verhaal duidelijk waarom ze het gesprek van drie weken geleden zo stuntelig heeft gevoerd. Ze vertelde nu dat ze toen serieus heeft overwogen ons de uitslag van de scan niet naar waarheid te vertellen, maar dat ze heeft beseft dat ze daarmee ons vertrouwen zou verspelen en dat ze dus niet mocht liegen. Vervolgens heeft ze er toen alles aan gedaan om het gesprek zo te voeren dat ze niet loog maar dat wij de waarheid toch niet door zouden krijgen. Dat mislukte — wij weten inmiddels genoeg van deze ziekte om conclusies te kunnen trekken uit een behandelvoorstel met alleen chemo, en mijn latijn is ook nog goed genoeg om te snappen waarover ze het heeft als ze het woord ”buikvlies” probeert te vermijden door uit te wijken naar de latijnse term. De manier waarop ze toen probeerde om de feiten heen te praten dwong ons er wel toe om in dat gesprek zelf de conclusie uit haar wollige verhaal te trekken en die uit te spreken (een rottig scenario voor een slecht-nieuwsgesprek maar het is niet voor het eerst dat het zo gaat), waarop ze die conclusie schutterig en met zichtbare tegenzin beaamde. Nu zei ze daarover dat ze liever had gehad dat we het nog niet hadden geweten. Ze had gehoopt ons met een half verhaal naar huis te kunnen laten gaan zodat we nog een tijdje rust hadden gehad: ”Ik had het drama nog even willen uitstellen.” Ook wilde ze liever niet dat wij de waarheid wisten om zo te voorkomen dat ik me zou laten verleiden tot een grote en riskante ingreep als HIPEC, als die al mogelijk zou zijn: ”Ik heb mensen gezien na een HIPEC-behandeling, dat wens ik je niet toe.” En: ”Als dan na de HIPEC op de volgende scan blijkt dat ook de klieren aangetast zijn, heb je ook nog eens niets gehad aan een ingreep waar je wel doodziek van bent geworden. Je kunt beter iets anders doen met de tijd die je nog hebt.”
Het is zeer waarschijnlijk dat ze gelijk heeft. Maar — twee jaar geleden kwam ze met dezelfde redenatie toen ze mij adviseerde om niet meer zo frequent een controlescan te plannen: ”Als er dan iets kleins wordt gevonden, zul je kiezen voor opereren. En als dan op de volgende scan weer een nieuwe tumor wordt gevonden, was het beter geweest als die operatie niet gedaan was. Je kwaliteit van leven is niet gebaat bij nog meer opereren. We kunnen de scan beter uitstellen, dan weten we meer.” Destijds bleek haar inschatting fout: de scan werd wel na drie maanden gepland, er werd iets gevonden, dat was op tijd om er iets aan te kunnen doen, en na die operatie ben ik een jaar tumorvrij geweest. Ze is een ervaren arts, en ik besef ook dat ik er nu veel slechter voor sta dan twee jaar geleden. Maar het verhaal van twee jaar geleden roept bij mij wel de vraag op wat ik moet met de inschatting die ze nu heeft gegeven. Kan het ook anders lopen? Is haar inschatting gebaseerd op de scan of op haar klinische ervaring? Zelfs dat soort feiten kregen we niet op tafel in dit gesprek waarin we echt hebben geprobeerd om door te vragen. En in de wetenschappelijke medische literatuur wordt erop aangedrongen ruimhartiger gebruik te maken van HIPEC dan nu gebeurt, omdat de overlevingstijd daarna veel hoger ligt dan van systemische chemo. Maar waarschijnlijk hoef ik hier helemaal niet over na te denken, want het ziet ernaar uit dat ik helemaal geen keus heb en simpelweg niet in aanmerking kom voor HIPEC. Hoe dan ook ben ik wel blij dat ik deze tijd nu kan gebruiken om uit te zoeken of dat misschien toch nog kan, want ik wil er alles aan gedaan hebben. Dus ik denk dat het wel beter is dat we de waarheid te weten zijn gekomen.
Het werd ons nu ook duidelijk waarom deze oncologe tot nu toe nooit met ons heeft gesproken over de mogelijkheid van experimentele behandelingen. Zij wil daar best naar kijken, maar pas als ik uitbehandeld ben met de reguliere behandelmogelijkheden. Dat is ook de reden dat de immuuntherapie in Nijmegen voor haar geen optie is geweest: ik was toen nog niet uitbehandeld en dus praatte ze hierover niet met mij — maar ja, dat was nou juist een therapie die ik alleen kon krijgen terwijl ik in de verste verte niet uitbehandeld was, dus dat is dan wel knap klote. Dat heb ik in het gesprek van maandag wel uitgesproken, maar zij kijkt daar anders tegenaan, omdat zij ervan uit gaat dat ik er toch niets aan gehad zou hebben — ”zo’n studie heeft wel wat aan jouw deelname, maar zelf heb je er geen profijt van.” Misschien. Misschien in dit geval ook niet. Ik zou een andere keuze hebben gemaakt, en wat ik in ieder geval van haar verwacht is informatie waarop ik mijn eigen oordeel kan baseren. Ik wil zelf dat soort keuzes maken, ik wil niet dat zij die voor mij maakt. Dat leek maar gedeeltelijk tot haar door te dringen. ”Bovendien,” zei zij nu, ”vond ik de afstand een bezwaar. Ik wil niet dat je je tijd besteedt aan reizen.” Waarop ik wederom zei dat ik die afweging graag zelf zou willen maken. Op dat moment bleef ik keurig, maar eigenlijk was ik woest over deze opmerking. Waar hebben we het nou helemaal over? Over de afstand A.-Nijmegen. De afgelopen weken heb ik op internet honderden (vooral internationale) trials doorgespit, waarbij ik baalde als die in de VS waren maar waarbij ik die dan toch niet helemaal afserveerde (en iemand heeft mij al heel lief aangeboden mijn ticket te betalen). En dan beslist zo’n arts voor mij dat het teveel gedoe is voor mij om naar Nijmegen te gaan? Paternalisme ten top. Maternalisme in dit geval.
Bij het zoeken naar Nederlandse trials had de oncologe het nu ook vooral over de beren die zij daarbij op de weg ziet. Dat zij daarvoor dan alle ziekenhuizen moet gaan bellen, om er achter te komen welke studies op dit moment open staan voor deelname en welke niet, dat dat elk moment weer verandert, en dat dat erg veel werk is voor haar. Dat er zoveel studies zijn. Dat er zo weinig studies zijn, zo weinig studies waar ik iets aan kan hebben. Dat er bij de behandeling van melanomen grote doorbraken zijn en trials waar zij patiënten aan mee probeert te laten doen en studies die zij ook naar A. probeert te halen, maar ja, bij darmkanker ligt dat anders. Dat ze echt wel haar literatuur bijhoudt maar dat ze me niet kan beloven dat ze van alles op de hoogte is. Dat ik, als ik zelf op informatie stuit, dat ik haar die informatie dan maar moet geven dan wil ze daar wel wat mee doen. De moed zonk mij in de schoenen, waar moet IK de informatie vandaan halen als ZIJ die als medisch specialist niet heeft? Wie is hier nou de deskundige? Wie heeft er hier nou toegang tot dergelijke gegevens? Ik niet.
In ieder geval maakte het gesprek David en mij duidelijk dat zolang zij nog chemo in de aanbieding heeft, er met haar niet vooruitgekeken zal worden naar andere behandelingsmogelijkheden (al noemde ze nog wel een ander chemomiddel, cetuximab, waarvoor ik wel in aanmerking kom na de ”gewone” chemo). Voor het bespreken van andere behandelingsmogelijkheden zullen we bij anderen moeten aankloppen. Verder maakte ze aan alle kanten duidelijk dat ze het beste met me voorheeft, vertelde ze dat ze mij behandelt zoals ze dat met een familielid zou doen en zoals ze dat bij al haar patiënten doet: ”zo lang mogelijk leven met zo min mogelijk ellende.” Waarna ik er nog wel aan toevoegde dat ik de indruk had dat mijn eigen keuze wat betreft de hoeveelheid ellende die ik over heb voor langer leven anders is dan haar inschatting daarvan.
En daar stonden we vervolgens buiten. Somber en bang en verward over dit gesprek. Het heeft een paar dagen geduurd voor ik dit verhaal een beetje op een rijtje kreeg en kon opschrijven. Wat moet ik ermee? In ieder geval is het goed geweest dat ik me heb uitgesproken over wat me dwars zat — dat het me dwars zat dat ze slecht nieuws per mail deed, dat het me dwars zat hoe het gelopen is met die immuuntherapie in Nijmegen en dat het me dwars zat dat ze ons nooit over behandelalternatieven heeft geïnformeerd. Ze heeft begripvol gereageerd en we hebben duidelijkheid over haar strategie hierin, we weten nu wat we hierin wel en niet van haar kunnen verwachten. En we hebben zo veel als mogelijk was een goede verstandhouding bewerkstelligd. Het was duidelijk dat zij zich inzette voor een werkbare verstandhouding, en wij ook. Die goede verstandhouding zal ik nodig hebben de komende tijd: chemo zal ik van haar krijgen, en niet in Amsterdam. Ik zal met haar verder moeten, en dat gaat ook wel lukken, maar ik moet erg oppassen voor de uitzichtloosheid die op de loer ligt in het contact met haar. Die les heeft dit gesprek mij wel geleerd — bij al haar medeleven en moederlijkheid dreig ik kopje onder te gaan.
Ik ben dit keer uiteindelijk niet verdronken in het moeras, maar heb wel moeizame dagen achter de rug en ik voel me nog steeds somber. Ik hoop dat ik daar toch nog wat verder uit zal komen, maar ik weet nog niet hoe. Misschien is dat ook wel niet realistisch in deze situatie, om te verwachten dat ik zover kom dat ik niet meer somber ben. Maar ik merk wel dat ik het hard nodig heb om een beetje hoop te kunnen voelen, een beetje hoop dat er nog dingen mee kunnen zitten. Zonder die hoop kom ik de dagen niet door, slaag ik er niet in er nog voor mijn kinderen te zijn. Ik ben bang voor het verlies van alle hoop, want ik heb gemerkt dat ik dan mentaal niet meer overeind blijf. Dus ik probeer die hoop toch weer ergens te vinden en in ieder geval tot 10 januari overeind te houden, als ik weer ga praten in het AvL.
Het is een lang verhaal geworden over een gesprek zonder nieuws — maar ik had er behoefte aan het van me af te schrijven.
Ik hoop dat jullie goede kerstdagen hebben gehad. Kerstkaartjes heb ik niet verstuurd dit jaar, dat kon ik niet opbrengen, maar bij deze nog alle goede wensen…
Tot later, liefs,
Janneke
Lieve Janneke,
Ik geloof nooit dat het goed is, om, zoals het Z-Ziekenhuis nu doet, het hoofd te laten hangen. Jou hebben ze bij het Z-Z ook nooit bestempeld als rariteit, terwijl dat toch, voor wat het ook waard is, een feit is. De AvL benadering is veel gezonder en irreëel zijn ze daar ook niet.
Ik vond het verder niet sterk van de oncologe dat zij zich overal moest gaan informeren over trials e.d. Dan zit ze niet 100% in de voorhoede en dan moet je ook maar niet voor 100% naar haar luisteren maar meer naar mensen die beter van de aktuele stand van zaken op de hoogte zijn.
Nu dat was het hoor.
Liefs,
XLieve Janneke,
Ondanks alles, wens ik jou en je gezin alle goeds en vooral heel veel sterkte in het komend jaar.
Wij waren een paar dagen in Zwitserland en was vandaag de kranten van de afgelopen week aan het doorlezen. In de krant van maandag 24 dec staat een interview met een radiologe uit het Z-Ziekenhuis. Zij gaat nu met pensioen, maar heeft altijd geprobeerd de mens achter de patiënt te zien en heeft altijd geprobeerd niet alleen medisch, maar ook psychisch mensen te ondersteunen. Ik weet niet of je zelf het Dagblad leest, maar zo niet : als je het artikel wilt lezen, stuur ik het je op.
Ook uit jouw verhaal blijkt maar weer, dat de oncoloog misschien medisch gezien best goed is, maar toch op het psychologisch vlak ernstig te kort schiet. Ze laat jou ook niet zelf de beslissing nemen om misschien alternatieven aan te pakken, maar vanuit een soort superioriteit beslist ze voor jou. Ze moet eigenlijk voor jou de mogelijkheden op een rijtje zetten en dan evt. adviseren. Het feit dat jij nu alternatieve onderzoeken en therapieën moet aandragen en dat zij dan zal kijken wat mogelijk is, is helemaal van de zotte. Zij moet er toch alles aan doen om haar patiënten alle mogelijkheden te bieden????
Het blijft heel vervelend, dat je uiteindelijk toch afhankelijk bent van de welwillendheid van een arts en je dus toch deze oncoloog min of meer te vriend moet houden.
Ik hoop en duim dat ze in Amsterdam meer mogelijkheden hebben en in elk geval van zins zijn om alle alternatieven goed te bekijken en met jullie te bespreken.
Hartelijke groeten G.(…) Janneke ik heb echt een enorm respect voor jullie hoe jullie dit doen en lees met kromme tenen de reactie van de arts hierop (..) M.
Lieve Janneke,
Wat verwarrend allemaal. Eigenlijk wil je je eigen oncoloog gewoon 100% kunnen vertrouwen, zij is de specialist en wordt geacht de kennis in huis te hebben. Het is wel heel vervelend dat ze de neiging heeft om de waarheid achter te houden en je te bemoederen. Ik begrijp niet dat iemand dat doet. Zij kan toch niet voor jou denken? En hoewel de waarheid keihard is, kun je toch beter weten waar je aan toe bent, zodat je weet waar je je op moet richten. Zelf hebben we heel andere ervaringen met onze kinderarts (in alle openheid konden we alle opties bespreken, we hadden vertrouwen in hem en zijn niet gaan zoeken op internet naar andere mogelijkheden). En ook voor wat betreft die studies, het lijkt me dat ze dan moet gaan zoeken in de literatuur of het bij collega’s moet gaan navragen. Ik kan me goed voorstellen dat je nu niet weet waar je aan toe bent en dat het vertrouwen weg is. Ik vind het best wel schokkend, hoor. Goed dat jullie proberen vanuit een goede verstandhouding verder te gaan. Is het al bekend wanneer je eventueel met chemo gaat beginnen of wacht je eerst het AvL af?
En natuurlijk helemaal niet raar dat je somber bent, het is nogal wat waar je (en jullie) nu een weg in moet(en) vinden! Je woorden over hoop raken me.Het is echt leven tussen hoop en vrees wat je nu doet. En zonder hoop,zonder uitzicht op iets waar je nog enigszins blij van kunt worden of moed of kracht uithaalt, red een mens het inderdaad niet. Ik wens je bij het vinden van een weg hierin heel veel sterkte. Ik bid voor je.
Heel veel sterkte.
C.Hey Janneke,
Ik herken de inschatting van de arts van het AvL ziekenhuis dat ze in het z-z erg defensief zijn in de therapie.
Mijn indruk is dat ze in het z-z vooral gericht zijn op het leerbedrijf en de research , de disdiplines als zelfstandige eilandjes functioneren en te weinig samenwerken.
Is het mogelijk dat je in het AvL ziekenhuis verder behandeld kunt worden? Je schreef dat het gesprek met de arts van het AvL je vertrouwen gaf.
Misschien is hier nog een weg voor jou…
Sterkte, Janneke
Liefs, C.Lieve Janneke,
Omdat we deze week het gezin weer even compleet hadden, hebben we van de gelegenheid gebruik gemaakt om een paar dagen naar Keulen te gaan om alsnog gezamenlijk mijn 80e verjaardag van 2 november te vieren.
Jouw bericht met de allernieuwste en allerbelabberdste ervaringen krijg ik dus nu pas onder ogen. Wat een puinhoop aan informatie krijg jij te verwerken, en wat wordt er op een vreemde manier met jou omgesprongen. Dat je er moedeloos van wordt kan ik erg goed begrijpen.
Ik heb diep respect voor jou en ook voor David voor de wijze waarop jullie er mee om gaan en alles in het werk stellen om Thomas en Jonathan zo goed mogelijk door deze moeilijke omstandigheden te loodsen.
Ik hoop dat het bezoek aan het AvL jullie de gewenste resultaten oplevert en wat meer hoop biedt dan wat de A.’se oncologe in haar winkeltje heeft. Hou me alsjeblieft op de hoogte.
Ik denk dagelijks veel aan je en stuur je mijn allerdierbaarste groeten en omhelzingen.
P.Lieve Janneke en David,
het raakt me steeds recht in mijn hart, ik denk zo vaak op een dag aan jullie, wat is het toch verschrikkelijk zwaar voor jou en David. Het doet zo zeer. Kinderen kan je toch niet missen.
Je wilt toch altijd tot het laatste toe hoop houden, hoe blijf je anders overeind.
Een wonder, in welke vorm dan ook, vraag ik elke avond voor jou, zoals velen met mij denk ik.
heel veel kracht en liefs,
XX M.Lieve Janneke,
Ik kreeg de indruk van het AvL dat zij de behandeling willen voorzetten met je. De verschillen kunnen liggen aan de scanbeelden maar ook zijn niet alle oncologen hetzelfde. Van de hoop alvast opgeven is nog nooit iemand beter geworden en bij het AvL willen ze alles uit hun kast trekken. Ik had ook de indruk dat hun kast wat meer was gevuld dan die van het Z-Z. Verder is het afwachten tot 10 januari wat hun verdere plannen met je zijn.
Ook in de bijlage weer een nuttige opmerking over het AvL en het Z-Z. ”In het Z-Ziekenhuis doen ze hun op hun manier hun best maar het zijn niet de topexperts (zoals het AvL).” Dit via een doorgestuurde mail van I. aan een bevriend, zij het pensionado, artsen echtpaar. In je verhaal klinkt het Z-Ziekenhuis inderdaad zeer “defensief” en verder goedwillend betuttelend (om uit je vel te springen).
Het belangrijkste is dat het AvL met je doorgaat, dat zij de regie houden. Zo nodig kun je hen nog toelichten waarom.
Liefs en groetjes,
X